Typecasting is een van oorsprong Engels begrip dat een verschijnsel beschrijft waarbij een bepaalde acteur of actrice zo geassocieerd wordt met een type rol (bijvoorbeeld de held, de schurk, de professor, de slungel) of een filmgenre (actie, drama, romantiek, dat die persoon veelvuldig in rollen van hetzelfde type wordt gecast.
Hoe komt typecasting tot stand?
Acteurs en actrices worden meestal bekend aan de hand van een doorbraakrol. In die rol laten ze zien een bepaald type personage heel goed te kunnen spelen.
Grote producenten zullen zich realiseren dat ze er goed aan doen de acteur of actrice voor een soortgelijke rol te casten. Omdat ze al weten dat de acteur dit onder de knie heeft, lopen ze geen risico op een flater. Het heeft gedeeltelijk ook te maken met gemakzucht en herkenbaarheid bij het grote publiek.
Is typecasting een probleem?
Ja en nee. Met behulp van typecasting kan je stijliconen creëren: denk bijvoorbeeld aan Clint Eastwood westerns en Hugh Grant komedies. Deze acteurs raken zo vertrouwd met hun rol, dat ze die als het ware kunnen dromen. Zo worden ze in staat gesteld het beste van zichzelf te laten zien.
Tegelijkertijd is het zo dat typecasting de variëteit in acteerprestaties beperkt. Acteurs of actrices komen niet meer in de positie dat ze de onontdekte kanten van zichzelf kunnen laten zien. Hierdoor gaat er mogelijkerwijs een hoop potentieel acteertalent verloren.
Typecasting in je voordeel laten werken
Laat je een bedrijfsfilm maken? Dan kan het in je voordeel werken om acteurs te gebruiken die bekend staan om bijvoorbeeld hun integere en oprechte rollen. Zo wil je je bedrijf ook afschilderen. Voor jouw koffiebedrijfje zou je toch ook maar wat graag George Clooney inschakelen?